Weer thuis

Vrijdag is alweer onze laatste dag in Gobabis. Deze ochtend vertrekken we om 7 uur richting wildreservaat Harnas. Het is bijna twee uur rijden, voornamelijk over gravel. In Harnas worden veel roofdieren gehouden en verzorgd. Sommigen worden weer in het wild uitgezet. Het is weliswaar achter hekken, maar omdat de dieren een enorm leefgebied tot hun beschikking hebben lijkt het bijna op een Safari. Wij worden door de gids en een aantal vrijwilligers rondgeleid en zijn bij het voederen aanwezig. Op ongeveer een meter afstand staan we oog in oog met een hongerige leeuw die een lap ezelvlees van enkele kilo's toegeworpen krijgt.

Gelukkig staat er wel een hekje tussen. Het is prachtig om te zien. Dezelfde avond worden we uitgenodigd bij Henk (voorganger en coördinator van Light for the Children) en zijn gezin thuis. Hij is ons erg dankbaar voor het plaatsen van de zonnecellen en de stoelen die we hebben kunnen geven dankzij alle donaties.

Zaterdag is onze dag van vertrek en bestaat uit rustig opstaan en ontbijten. Het wordt nog even spannend op de terugrit richting het vliegveld. We hebben niet goed gekeken naar de brandstofmeter en met één streepje op de meter moeten we toch nog ergens tanken onderweg. Er is echter maar een pomp op de 150 km tussen Gobabis en Windhoek in het dorpje Witvlei. Ter plekke is de pomp echter verlaten. Ik vraag wat rond in de lokale winkel en het postkantoor. Een jongen die er woont helpt mee met zoeken: "The guy should be somewhere around". Na 10 zweterige minuten komt hij gelukkig aangelopen en tankt beide auto's vol.

Na een geslaagde terugreis staan we de volgende ochtend ineens weer op Schiphol. Een week Namibië ligt achter ons. Een week die voelt als een maand door alles wat we hebben meegemaakt en de indruk die dit heeft gemaakt. En hoewel een week veel te kort is voor al het mooie dat Namibië te bieden heeft, hebben we toch een indruk en een gevoel gekregen. Achter ons liggen de indrukken van een prachtig land met heel veel vrolijke mensen en heel veel kinderen. Veel mensen die bereid zijn te helpen als dat nodig is en zelfs als ze zelf niet veel te geven hebben daar moeite voor doen. Mensen die dankbaar zijn dat ze een baan hebben en iets kunnen betekenen voor hun naasten. Maar de donkere kant van Namibië is dat velen die hier geboren worden opgroeien zonder kansen en vooruitzichten. Ze zijn afhankelijk van de grillen van de dag en de gunsten van anderen om zich heen. Het contrast tussen Schiphol en de wereld die we zojuist achter ons laten kan bijna niet groter. `See Buy Fly´: de horloges glinsteren bij de juweliers en het schoonmaakpersoneel is weer lekker chagrijnig. Welkom terug. Na ruim 10.000 km rollen onze tassen van de lopende band. Vol van alle herinneringen en ervaringen grijp ik mijn tas. Ons zeg baie dankie en tot ziens!

Een kleurrijke dag

Vandaag slapen we uit tot half 8 en doen we rustig aan bij het ontbijtje. We rijden naar Light for the Children, waar de monteur helaas niet aanwezig is voor de aansluiting van de kookketels. Dit komt waarschijnlijk omdat vandaag het grote feest is van de stedenband en alle gemeentemedewerkers daar bij zijn. We besluiten een rondje te rijden door de sloppenwijk Epako. Hier is ondanks de soms erbarmelijke toestanden ook vooruitgang te zien. Zo heeft een deel van Epako nu elektriciteit gekregen en zijn hier en daar ook winkels. We lopen ook kort over de begraafplaats, waar uitzonderlijk veel kindergraven liggen. Maar dat niet alleen, ook de graven van volwassenen tonen dat mensen hier zelden ouder worden dan een jaar of 50.

We stoppen bij een ander project, bedoeld om gehandicapte kinderen uit de wijk op te vangen en therapie te geven. Helaas heeft de lokale overheid de geïnstalleerde voorzieningen niet onderhouden: er is geen elektriciteit meer, geen water en dus geen toilet, het ventilatiegat in het dak is niet meer afgedekt waardoor de regen naar binnen komt en de verf bladdert van de muren. En in plaats van gehandicapte kinderen is er een regulier kleuterklasje met een juf.

Het is een terugkerend verhaal: wat vanuit Nederland bedacht wordt, past niet bij de lokale gewoonten waar gehandicapte kinderen uit het openbare leven worden gehouden. Bovendien ontbreekt hier een lokale kracht die zaken in stand kan houden, dus vervalt een mooi idee al snel. Hoewel het triest is om te zien hoe dergelijke projecten met zoveel potentie een stille dood sterven en je je afvraagt wat het nut is geweest van al dat geld en de tijd die erin zijn gestopt, geeft het wel het belang aan van korte lijntjes naar een lokale organisatie die zich met een groot hart en veel energie inzet voor het goede doel. Gelukkig hebben we met Henk van Light for the Children zo iemand te pakken!

's Middags rusten we uit in de lodge en gaan op tijd eten. 's Avonds bezoeken we de voorstelling "KLEURRYK", een toneelstuk waarin kinderen uit zowel Gobabis als uit Drachten meespelen.

Ze hebben het stuk al in Friesland gespeeld. Het is een ontroerend stuk over de verschillen tussen arm en rijk, zwart en wit. In de zaal zitten veel kinderen uit Epako die uitbundig meezingen. Na het toneelstuk worden we uitgenodigd in de lokale discotheek van Epako. Hier brengt de jeugd van Epako de avond door. En hoewel we natuurlijk opvallen (een blanke groep middenin een zwarte gemeenschap) worden we warm onthaald en we dansen mee op de beats van de DJ.

Ons heb krag van die son

Dag 2 begint met een heerlijk ontbijt om 7 uur en vervolgens snel richting de Light for the Children. Hier is Piet van de GM (Gobabis Municipality) al aanwezig om ons te helpen met de nieuwe net-aansluiting. Deze is nodig omdat de kookketels op krachtstroom werken. Dit wordt een forse klus, omdat er een sleuf van 60 meter gegraven moet worden vanaf de voedingskast. Paulus en ik gaan eerst nog het dak op om de laatste hand te leggen aan de zonnepanelen. Ineens komt daar een ploeg aanrijden van de GM die direct begint met de nieuwe aansluiting. Met pikhouwelen en een graafmachine komen ze een heel eind en dankzij de hulp van alle vrijwilligers ligt de voedingskabel er binnen krap 2 uur tijd in. In Nederland duurt dat toch allemaal vaak wat langer.

Chantal en Minke gaan op pad met Henk, de voorganger van de organisatie, om stoelen en kommetjes te kopen. Er is zoveel geld gedoneerd uit Nederland dat we dit nog extra kunnen doen, heel mooi! Henk geeft aan zowel gewone stoelen te willen als kinderstoeltjes en we rijden een paar lokale winkels af. Uiteindelijk kopen we 40 reguliere plastic stoelen, 30 kinderstoeltjes, drie kindertafeltjes en bijna honderd plastic kommetjes voor de kinderen om uit te eten. Op deze manier hoeven mensen niet meer op de grond te zitten bij grotere bijeenkomsten, kunnen de oudere, kapotte kinderstoeltjes weg en eten de kinderen uit echte kommetjes in plaats van afgedankte plastic bakjes van ijs of boter.

Na de lunch gaan we met hulp van Piet en twee van zijn helpers de zonnecellen aansluiten op de stoppenkast. Na een uurtje ons kwaad te hebben gemaakt is de boel aangesloten. De spanning kan er weer op, de muziek gaat weer aan en draait op zonnestroom. We gaan nog even kijken bij de meter en zien dat deze terugdraait. Succes!

Intussen gaan Paulus, Minke en Chantal nog even kijken bij de recent gerealiseerde regionale bibliotheek. Met een flinke bak Amerikaans geld is hier een groot gebouw neergezet met redelijk wat boeken, een goed aantal computers en studeerruimtes. De kinderen en jongeren die hier zitten, zijn kids die duidelijk wel wat te verteren hebben: ze maken gebruik van de wifi via hun eigen telefoon. In de kinderafdeling is het erg rustig: de vele computers met speciaal kindertoetsenbord staan er ongebruikt bij. De kinderen die hier kunnen lezen en schrijven gaan direct naar een reguliere computer. Zo zie je maar weer hoe plannen vanuit het westen niet altijd even goed toepasbaar zijn op de lokale situatie.

Morgen de laatste stap: het aansluiten van de elektrische kookpotten.

Het dak op!

Eerste dag in Gobabis! Na een heerlijke nachtrust en een lekker ontbijtje gaan we richting Light for the Children, de kinderorganisatie waar de zonnepanelen geplaatst gaan worden. Hier krijgen we een rondleiding van Henk, die ons in Afrikaans-Nederlands vertelt wat er allemaal gebeurt: de kinderen krijgen les, Duitse vrijwilligers leggen een speelplaats aan, er wordt groente verbouwd in het tuintje, enz.


Vervolgens splitsen zich onze wegen. Ik ga beginnen met de zonnepanelen. Alle materialen zouden al in de opslag liggen, maar de cruciale profielen van 5 meter per stuk ontbreken. Die zaten toch ook in de zeecontainer? Terwijl we al denken dat ze misschien in kleinere stukken zijn gezaagd en verkocht, gaan we richting gemeentewerf. Na lang zoeken blijken de profielen gelukkig heelhuids te liggen op een bult oud ijzer! Door al deze vertraging is het nog niet gelukt om alle panelen al op het dak te krijgen. De zon brandt en het wordt alleen maar warmer: gaat dat nog lukken vandaag? Eerst lunch: gezondheidsbrood met melkskommel.
Terug bij Light for the Children krijgen de kinderen te eten, maispap met bonensaus dat ze met de handen naar binnen werken. De school is uit: na het middaguur is het te warm om nog door te gaan met de lessen. Omdat er toch wat wolken voor de zon schuiven, zakt de temperatuur en besluiten we door te pakken: met vereende krachten tillen we de panelen het dak op. De kinderen gaan er vandoor met de stukken karton die achterblijven: speelgoed, bouwmateriaal of voeding voor het kookvuur, alles vindt hier wel een bestemming.

Chantal heeft de dag deels elders besteed met de delegatie van de gemeente Smallingerland en Minke, de vrouw van mijn collega Koos. Ze bezoekt het old-age home waar grootouders met hun kleinkinderen wonen: de generatie ertussen is aan AIDS overleden. In de sloppenwijk Epako stoppen we bij een schooltje en we bekijken een café waar Tambo wordt verkocht: het lokale, zelfgestookte "bier" met 80% alcohol. Zowel mannen als vrouwen lopen al verdwaasd rond: met 90% werkeloosheid, geen vervoer behalve de benenwagen, water te moeten halen bij de putten en hout te moeten sprokkelen voor het kookvuur, is er weinig energie over om iets anders aan de vrij uitzichtloze situatie te doen dan de zorgen vergeten in de drank. Voor 2,5 Namibische dollar (17 cent) koop je een halve liter.

Na een bezoek aan de supermarkt waar we zoutjes, bananen en water inslaan, gaan Chantal en Minke de mannen voorzien van spijs en drank. De kinderen voelen gefascineerd aan de arm- en beenharen van de mannen. Tegen vijven liggen de panelen op het dak: morgen kan de verdere installatie plaatsvinden en aansluiting op het net. Minke en Chantal zullen op pad gaan om nieuwe stoeltjes en bordjes te kopen nu we meer geld ingezameld hebben dan verwacht.

Een Engels presentje

Zaterdag: dag van vertrek! Op Schiphol ontmoeten we de medereizigers en even later ook de grote groep van de gemeente Smallingerland, die vanwege het 20-jarig jubileum van de stedenband ook afreizen naar Gobabis. Tijdens het avondeten blijkt dat de vlucht naar Londen vertraagd is, uiteindelijk vertrekken we een uur te laat. Even denken we nog dat de aansluiting is gegarandeerd, maar dat blijkt alleen te zijn voor mensen die verder reizen met British Airways. Onze hoop vervliegt snel: er zijn geen latere vluchten meer die dag en de eerstvolgende optie is een hele dag later. Allereerst overheerst de teleurstelling, maar we leggen ons neer bij een dag in London. British Airways regelt een hotel en transfer. Wat vervelend nou.

De volgende dag bezoeken we het British Museum, Covent Garden, lopen langs de Theems en maken een korte riviercruise. De tijd is zo gevuld in een stad als London en we moeten alweer richting Heathrow. Uiteindelijk vertrekken we die avond stipt op tijd naar Johannesburg. Nog steeds in dezelfde kleding als zaterdag komen we na een heerlijke nachtvlucht aan, waar we overstappen op een laatste korte hop naar Windhoek. Omdat we nog twijfel hebben over de bagage, lopen we het halve vliegveld over en mogen in totaal drie keer stempelen, maar men bezweert ons dat die ons op de band in Windhoek tegemoet zal schuiven. De vreugde als dit ook daadwerkelijk gebeurt, is er niet minder om!

Landen in Windhoek heeft iets mysterieus: het is als landen op de maan (voor zover ik dat kan beoordelen): er is helemaal niks! Terwijl de hemel openbreekt boven het vliegveld van Windhoek staan we bij de autoverhuurder. Hier zijn ze blij met de regen die wij meebrengen en krijgen we complimenten. We rijden, links van de weg, de 150 km naar Gobabis. Om de slaap niet te laten winnen, doen we flauwe woordspelletjes: nu weet ik weer heel veel Nederlandse plaatsnamen die met een n beginnen. Rond 4 uur 's middags rijden we Gobabis binnen waar ons een zwembad, bed, schone kleren en een braai staan te wachten!

Eén zon ... één wereld

Dagelijks zien we op tv de beelden van de duizenden vluchtelingen die Europa binnentrekken. De een noemt ze gelukszoekers. De ander hulpeloos? Maar wat zou je zelf doen, als je huis is platgewalst en je geen uitzicht hebt op een toekomst? Zonder perspectief vertrek je en waar ga je dan naar toe? Daar waar er wel mogelijkheden zijn. En hoewel de discussie in de media en politiek zich toespitst op "hoeveel" en "waar", hoor je maar weinigen spreken over de structurele oplossing voor deze onmenselijke toestanden. Want dit houdt niet op zonder de oorzaak weg te nemen. Al het andere zijn lapmiddelen. Tot dan blijven ze komen en komen. Uit het midden-oosten en ook uit Afrika.

Wie Afrika zegt zegt ontwikkelingssamenwerking en dit is een palet met vele kleuren. In veel landen zijn hulporganisaties actief. Zo is er in Friesland de werkgroep ontwikkelingssamenwerking Smallingerland (WOS). Deze stichting steunt projecten in de plaats Gobabis in Namibië. Zij doet dit niet alleen financieel, maar is op een veel breder vlak actief. Zij ondersteunt bijvoorbeeld ook de culturele uitwisseling. Recent voorbeeld is een theatervoorstelling waarin kinderen uit zowel Drachten als uit Gobabis meespeelden. Dit laat zien hoe sterk de creatieve kracht van kinderen en mensen, waar ze ook vandaan komen. Of zoals Prins Claus al zei: laat de mensen mensen zijn en zorg dat ze zichzelf kunnen helpen.

Dit weekend vertrek ik samen met geliefde en twee collega's naar Gobabis in Namibië. Veel kinderen in de krottenwijk Epako groeien op zonder vooruitzichten en perspectieven. We gaan hier aan het werk in een tehuis genaamd 'Light for the Children'. Hier gaan we met financiële steun van velen een aantal zonnepanelen plaatsen en de kookvoorzieningen vernieuwen. Op deze manier kunnen de vrijwilligers die hier werken straks onder betere omstandigheden koken. Het zal de wereld niet veranderen, maar wel hun dagelijkse omstandigheden verbeteren. Op die manier houden ze weer tijd en energie over voor andere dingen zoals lesgeven en ontspanning.
Hoewel ik nog niet veel weet over de bestemming weet ik zeker dat het een bijzondere ervaring gaat zijn. Om iets te kunnen bijdragen middels een kleinschalig project. Maar ook om met eigen ogen te zien wat het betekent om op te groeien in een gemeenschap waar je je niet hoeft druk te maken om de bijtelling van je lease-auto of de hypotheekrenteaftrek. Het leven is hier anders. Mensen zijn hier gelukkig tevreden met wat ze hebben.

Toen ik bijna een jaar geleden aan dit project begon had ik niet durven dromen waar we nu staan. Met dank aan de vele collega's, familie en vrienden die ons hierin hebben gesteund is dit het begin van weer iets moois en nieuws. Dank jullie allemaal!

meer weten over de WOS?
www.wos-gobabis.nl

An eastern adventure across the Great Wall

He who has not climbed the Great Wall is not a true man

My South American travels are over, officially, but my travels aren't. A new challenge has brought me to China. My main purpose here is to attend a conference. But, interesting as the worlds fastest growing economy looks to me, I'll spend a fortnight in this booming country to get to know more about Chinese and their culture. I'll start in Dalian, which is in the far north-east, close to the North-Korean border and end my trip in Beijing.

After a ten-hour flight I arrive in Hangzhou, where I'll have a couple of hours to kill before my connecting flight to Dalian departs. Although Hangzhou is said to be worth a visit because it's considered one of China's greenest cities, I decide the time is too short to leave the airport and relax a bit before continuing my journey. After going through custums and migration, which is quite easy to my great suprise, I'm looking for an ATM to take out my first Chinese yuans. The ATM, however, doesn't same to accept my Visa card and I try to use my other card, without any success. Luckily another machine is very close, but this one also refuses to give out cash due to 'machine anomalities'. After trying the third machine without any success I start to feel a little nervous. I go to the airport information point, where I encounter my first experience with Chinese politeness: friendly people who are willing to help me but only provide answers to questions I'm not asking. Good afternoon Mr. language barrier. They send me to the currency exchange bank, which turns out to take cash only. With only a few euro coins in my pocket I won't get far. Back to the information point, where the friendly lady recommends me to take a taxi into town to go to a bank. However, this might be difficult to pay for without any money. Then I run into a police man who's driving an electric trolley through the airport and I explain him my story. He invites me to get into his vehicle and drives me to a colleague. After some Chinese discussion into which I obviously cannot mingle his colleague decides to drive me to the nearest bank. So without planning it, I get to see some parts of Hangzhou. At the nearest bank my first try is a succesful one and I'm able to take out 1000 yuans (about €100) here. Lesson learned: always bring cash!

My first experiences with China are very positive: people are friendly, seem to be well-organized and now and then they tend to speak some English or try to. If they speak it, they'll always ask me where I'm from and how much money I make. I have to get used to some more of these curiosities (not to begin about the spitting habits most Chinese men practice) such as the friendly way they approach you, but the silent indifference they seem to show when they won't be able to help you. Chinese people are generally much more introvert and convinceable which makes it quite easy to get things done. They simply can't say no. Please don't think I treat people like that. I'm just saying how it feels to talk to them.

Food is interesting in China. On my first day I have to control my reflexive thought that every store showing Chinese signs on the front door (virtually all of them do) is a Chinese restaurant. It's one of these typical things. But restaurants are easy to find and it's not as difficult as I thought to order a foreigner-friendly meal. During my first dinner, however, the ladies in the restaurants tend to make some fun of me. Not because of the way I use my chop-sticks, but apparently I'm supposed to eat this specific dish with a spoon! Crazy foreigner, they'll probably think.

Dalian is a pleasant city, although there's not that much special to see. It's a good city to acclimatize to Chinese culture and lifestyle. After my first week I take the overnight train to Beijing. These trains are fairly comfortable, including a little bed and wake-up service with Chinese music. Early Tuesday morning the train brings me in Beijing on time, and I make my way into this massive capital of Eastern history and ... bicycles!

My stars of the southern sky

Although the sun and the moon are the same, on the southern hemisphere the stars are different. One can see many constellations which are not visible from the northern hemisphere. Before leaving to South America I had been dreaming of one day being able to admire the beautiness of the southern sky. I even had a book about the southern sky and it made me determined going there one day and seeing them by myself. Last December I started fulfilling this dream and hit the stars.

Rio de Janero is the finish line of me andmy trip. And it's an amazing line to finish. The city is so diverse that it cannot be described by just one word or sentence. Each of its districts offers a unique atmosphere and the racial mixture of people makes it look like a kind of racial melting pot. Lightly-tanned people are the culmination of an interesting mixture process from all different types of skin colors from all over the world. Some people tell me that considering increasing globalization Brazilian cities are therefore a perfect example of the future society.


Panaramic view on Rio de Janeiro!

My final day in Rio I spend on Copacabana beach as it's a beautiful and sunny day. Collecting my final memories gives me time enough to look back on the past eight months before I return to the Netherlands. Eight months that have brought me so much and being here at my final destination I just can't stop reflecting upon this time. I'm standing on the finish line but it doesn't feel like it. It's like losing the race but winning the game. Or the other way around. It makes me feel confused.

On this final day I get to know Raymundo who lives in Ipanema, one of Rio's districts. Given his surname, he tells me his grandfather is from Dutch origin. Raymundo clearly loves Ipanema and Rio and he has a great passion for traveling. He shows me around in Ipanema and we share drinks and life stories. That evening I get to see Lapa district, where a lot of street parties are going on. Everybody is dancing, drinking and playing music on the streets. Despite the little bit of rain I really enjoy my final night in South America in this area.

Saturday is the day of my departure and of the moment of good bye. After repacking and having a good final breakfast in Ipanema Raymundo offers to drive me to the airport, an offer which I cannot refuse. The sun is shining and the view on the bay, Sugar Loaf mountain and Cristo Redentor statue is just amazing. For those who've watched the 'Rio' movie: it's exactly this stunning feeling of relaxation and freedom this city is giving me. Getting at the airport I feel a bit nervous, because I know that for the last time I'm saying good bye to a place in South America. But I also feel satisfied. I'm ready to go and prepared to say good bye. Knowing, however, that this 'adios' will be more like a 'hasta luego' I don't feel sad because I know I will return to this magnificent continent one day.

Having fulfulled my dream I do feel happy because I'm sure there are so many more dreams to fulfill. It's just a matter of getting started! Flying away and leaving this dream behind I embark on my next one. With my eyes wide open I'm flying. Flying in between dreams I lay back and relax. For the last time I see the stars of the southern sky setting down the horizon and I think of my book and the desire I had to see these stars. Thinking about it I realize that the stars of the southern sky, although very beautiful, were not the ones above my head. The real stars were the ones down on Earth. My stars were the friends I made, the happiness we shared, the adventures I lived and the beautiness I saw. Muchisimas gracias! Knowing you'll always be there I gratefully kiss you, my stars of South America, good bye.