Hablas Español?

Eergisteren was het dan zover: mijn vertrek naar Ecuador. Op Schiphol zou ik door mijn familie worden uitgezwaaid. Tot mijn grote verrassing was er ook een mooie afvaardiging clubgenoten en zelfs van de afdeling Nijmegen present, waarvoor hulde. Ik werd er dusdanig door afgeleid dat de douanebeambte mij even moest attenderen op het feit mijn paspoort te overhandigen (zie vorige verhaal). Tot zover het 'hello goodbye' moment. De elf uren vliegen naar Panama verliepen sneller dan ik had verwacht, dankzij de uitgebreide voorraad films van de luchtvaartmaatschappij. Na vier uur wachten in Panama kon ik dan eindelijk rond 23:00 lokale tijd voet zetten op Ecuadoraanse bodem.

Ecuador is een land dat perfect het imago van een Zuid-Amerikaans land weet hoog te houden: het land heeft alle kenmerken van een politiestaat. Je struikelt erover. De douane is een nog aparter verhaal. Bewapend met alle visumstempels, formulieren, de zojuist ingevulde immigratieformulieren en natuurlijk paspoort stapte ik vol goede moed richting de vrouwelijke douanier. Ik toonde haar mijn visum, waarop een vragende blik volgde. Het werd mij al snel duidelijk dat het niet aan mij lag maar aan haar, toen ze aan haar collega vroeg uit welk land dit paspoort afkomstig was (ja Spaans verstaan lukt al aardig). Uiteindelijk kwam de volgende horde: hier mocht al mijn bagage nog eens door onder toeziend oog van zuur kijkende agenten. Dit ook overleefd hebbend kwam de meest bizarre stap van het geheel. Daar waar je bij Schiphol netjes door schuifdeuren naar buiten loopt, is er hier nauwelijks een afscheiding tussen het opwachtende publiek, dat massaal was uitgelopen. In totale wanorde stonden agenten de arriverende passagiers staande te houden om vervolgens bagagestickers terug te vorderen. Gelukkig had ik deze nog. Meestal gooi ik deze namelijk gelijk weg. Toen kon ik eindelijk mijn weg vervolgen richting taxi en richting een bed.

Na een korte nacht slapen (dankzij jetlag) heb ik gisteren Quito verkend. Op het eerste gezicht oogt Quito net als iedere grote Westerse stad. Er zijn heel veel winkels en restaurants met alles erop en eraan. Maar niets is minder waar. De armoede is overal zichtbaar. Op iedere straathoek staan meisjes kersen en sjaaltjes te verkopen. Overal zwerven mensen rond zonder zichtbaar doel, waarschijnlijk bedelend. Eventjes buiten de toeristische straten zie ik verpauperde wijken. Overal zijn zakkenrollers en straatrovers actief. De politie is massaal aanwezig om deze criminaliteit te bestrijden. Maar hiermee bestrijd je niet het probleem, namelijk de armoede, maar alleen een gevolg ervan. Opvallend is dat heel weinig mensen Engels spreken of zelfs maar begrijpen. Meestal krijg ik dan ook het zinnetje 'hablas Español?' naar mijn hoofd geslingerd. Deze taalbarrière werkt twee kanten op: met mijn beste Spaans probeer ik mij te redden en tegelijk realiseer ik mij dat mensen die geen Engels spreken hun mogelijkheden enorm beperken in een stad waar veel toeristen rondlopen. Werk aan de winkel...

Reacties

Reacties

Maanfee

deze lijkt me handig

Mi nombre es Marc, usted tiene la torta de helado

(mijn naam is Marc, heeft u ook ijstaart)

en

buenas noches, también la col rizada

(goedenavond, heeft u ook boerenkool)

handig of niet soms,

hartelijke groet, en succes verder met inburgeren,

Maanfee

mama

Werk aan de winkel inderdaad! Jouw beschrijving van de armoe doet mij denken aan Havannah. Bedelaars,ook moeders met babies, blij met een stukje zeep of (nieuwe) tandenborstel. Keerzijde is de misdaad. Ook daar hebben wij toen kennis mee gemaakt. Alert zijn op je spullen en geldwissel-trucs.
El mundo perdido doet me nu ineens denken aan de armoede in Ecuador..
De Spaanse taal zal jouw broodnodige gids zijn ;)-
Wereldtaal!! Prachtig!!

Carpenter

Setzpfand! Alvast een mooie jaarwisseling!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!